De Coronacrisis hakt er stevig in bij de hoteliers in Haarlemmermeer. Als tweede hotelgemeente van Nederland zijn de consequenties enorm. Vanaf maart zakte de bezettingsgraad bij enkele hotels onder de 5%. In de zomermaanden lukte het enkele hotels nog om binnenlandse gasten te trekken. Zij pasten hun concept aan met bijvoorbeeld een all inclusive aanbod of fietsarrangementen (en er werd zelfs zoete witte wijn ingekocht voor deze nieuwe doelgroep ;-). Maar dit was natuurlijk maar van korte duur. Door het gebrek aan reizigers en nu ook binnenlandse vakantiegangers is het weer moeilijk overleven voor veel hoteliers. In dit item en artikel van NH Nieuws spreekt Marcel de Jong van de Rustende Jager en de Beurs over zijn angst dat dit familiebedrijf misschien het 160 jarig jubileum niet gaat halen. NH Nieuws vroeg mij over de inzet van de gemeente en of het misschien minder erg was dat grote ketens omvallen dan familiebedrijven. Ik vind beide ontzettend erg. Bij de ketens werken de zonen en dochters van onze buren geef ik in dit interview aan. Lees het hieronder of klik hier.
Hotelbranche Haarlemmermeer op omvallen door uitblijven van reizigers op Schiphol
19 oktober 2020, 12.00 uur · Aangepast 19 oktober 2020, 16.45 uur · Door Niels van Steijn & Doron Sajet
HAARLEMMERMEER/SCHIPHOL – Waar de eerste twee grote hotels in Haarlemmermeer definitief de deuren hebben gesloten, staan de rest van de hotels op het randje van de afgrond. De hotels in de gemeente zijn voor een groot deel afhankelijk van luchthaven Schiphol en wanneer de vliegtuigen leeg blijven, geldt dat ook voor de bedden in de hotels.
De gemeente Haarlemmermeer wordt, landelijk gezien, economisch het hardst getroffendoor de coronacrisis. De gemeente kreeg een economische krimp van 27 tot 29 procent te verduren. Want zolang de vliegtuigen op Schiphol aan de grond blijven, heeft dat een direct effect op de regio.In de gemeente staan in totaal 38 hotels, waarvan een groot deel onderdeel is van een keten en kamers verhuurt aan bemanningen van luchtvaartmaatschappijen, zakenreizigers en overstappers.
Hotels in Haarlemmermeer doen normaal gesproken het hele jaar door goede zaken met volle bedden. Haarlemmermeer is, op Amsterdam na, de gemeente met de meeste bedden van Nederland, maar op het dieptepunt van de crisis hadden de hotels een bezetting van nog geen vijf procent.
Het familiebedrijf
Ondanks dat de bezetting nu iets meer is toegenomen, zijn twee grotere hotels uit Hoofddorp failliet. Het gaat ten eerste om het Crowne Plaza aan het kruispunt van de Kruisweg en de Van Heuven Goedhardlaan in Hoofddorp. De eigenaar van het Crowne Plaza, Tidal Operations, had ook Holiday Inn Amsterdam-Zuid onder zijn hoede. Het andere hotel dat volgens wethouder Ruigrok de deuren heeft gesloten is Holiday Inn Express, het hotel is echter nog niet failliet verklaard.
Maar de coronacrisis komt niet alleen hard aan bij deze hotelketens. Voor Marcel de Jong, eigenaar van Hotel De Beurs in Hoofddorp en De Rustende Jager in Nieuw-Vennep, zijn de vooruitzichten niet veel optimistischer: “Ik ben helemaal van slag eigenlijk”, vertelt De Jong. Hij houdt zijn hart vast om het voortbestaan van het familiebedrijf, dat volgend jaar 160 jaar bestaat.A
Hotelbranche Haarlemmermeer op losse schroeven – NH Nieuws
De gemeente broedt op een plan waar de hotels mee geholpen zouden kunnen worden. Wethouder Ruigrok gaat samen met de hoteliers kijken of hun vestigingen nog levensvatbaar zijn of dat ze het over een andere boeg moeten gooien, zoals de transformatie tot woningen. Ruimte voor nieuwe hotels lijkt er niet te zijn.
Creatieve initiatieven
Ruigrok is blij met de creatieve initiatieven van sommige hotels om de coronacrisis door te komen, zoals de all inclusive-vakanties van Corendon of de hotels die kamers goedkoop aanboden voor mensen die in scheiding liggen. Toch maakt ze zich zorgen, want twee grote zakenhotels zijn ter al ziele. Ruigrok: “Daar heb ik verdriet van, het zijn de dochters en zonen van onze buren die daar werken.”
Ruigrok zegt aangeslagen te zijn door het sombere perspectief van hotelbaas De Jong: “Dat doet me echt verdriet, want die mensen werken echt keihard om hun hoofd boven water te houden. En als je dan die 160 jaar misschien niet eens gaat redden, dat is in- en intriest.”