Haarlemmermeer blijft groeien. Niet alleen wat betreft inwonertal maar ook wat betreft het aantal bedrijven. Inmiddels telt de gemeente rond de 19.500 bedrijven. Die zijn samen goed voor 162.000 banen en brengen in 2024 zo’n 90 miljoen euro aan belasting binnen. Het is dankzij die bedrijven dat Haarlemmermeer er economisch goed voor staat.
De gemeente staat qua economische waarde in de top 5 van Nederland en werd eind 2023 voor de achttiende keer sinds 2000 door Elsevier uitgeroepen tot economische topgemeente van het land. Zo’n gemeente verdient een duidelijke economische visie. Daarom is er nu de Economische Koers Haarlemmermeer die deze week door het college van B&W naar de gemeenteraad is gestuurd. Een koerswijziging van kwantiteit naar kwaliteit. We willen versneld aan de slag met het Ondernemersplein, de lokale ondernemers en de maatschappelijke betrokkenheid van bedrijven bij Haarlemmermeer. Lees hier meer over de koers die naar de raad is gestuurd.
Waarom een Economische Koers?
Tot nu toe had de gemeente Haarlemmermeer geen overkoepelende economische beleidsvisie. Er waren alleen stukjes beleid over verschillende economische onderwerpen. Zoals over detailhandel en commerciële voorzieningen, datacenters, hotels en verblijfsaccommodaties en werklocaties. Ook was er het Economisch Perspectief uit 2016 maar dat document was niet meer actueel. Daarnaast heeft de gemeente steeds meer te maken met grote economische vraagstukken zoals de krapte op de arbeidsmarkt en tekort aan grond om bedrijfspanden op kwijt te kunnen. De Economische Koers biedt voor deze vraagstukken een rode draad om keuzes te kunnen maken.
Een andere koers: van grijs groeien naar groen ontwikkelen
Haarlemmermeer scoort hoog als topgemeente omdat de economie van de gemeente veel toegevoegde waarde heeft. In 2019 was die waarde maar liefst 19 miljard euro. Dat is voor een groot deel te danken aan onze luchthaven en de logistieke sector. Ook staat Haarlemmermeer op nummer 7 onder de gemeenten met de meeste banen. Het doel van de nieuwe koers is om de economie van Haarlemmermeer zo te ontwikkelen, dat deze niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief in de top 5 in Nederland staat. Dat meer sturen op de kwaliteit wordt in de koers van ‘grijs groeien’ naar ‘groen ontwikkelen’ genoemd.
Haarlemmermeer staat wat betreft economische waarde in de top 5 van Nederland. Foto: gemeente Haarlemmermeer.
Drie pijlers
Om die omslag van kwantiteit naar kwaliteit voor elkaar te krijgen heeft de Economische Koers drie pijlers: diversificatie, selectiviteit en kwaliteit. Met diversificatie zet de gemeente in op het aantrekken van bedrijven die uit andere sectoren komen dan de luchtvaart of logistiek. Natuurlijk blijven die twee, als bestaande economische motoren, nog steeds van groot belang voor de economische positie van Haarlemmermeer. Maar met een economie die daarnaast ook bestaat uit bedrijven uit sectoren als Life Sciences & Health, ICT en Pharma worden niet alle eitjes in hetzelfde mandje gegooid en dus een stabiele economie gecreëerd.
De tweede pijler, selectiviteit, komt voort uit de toenemende schaarse ruimte. Haarlemmermeer moet simpelweg keuzes maken. Niet alles kan, en niet alles hoeft. Dat betekent dat de schaarse grond en werklocaties in fasen moet worden uitgeven en dat, waar mogelijk, keuzes worden gemaakt in het soort bedrijven dat de gemeente wil aantrekken.
Met de derde pijler stelt de gemeente kwaliteit boven kwantiteit. Niet alleen de nadruk op economische groei leggen en wat die groei waard is in euro’s en de hoeveelheid banen die het oplevert. Maar meer sturen op de kwaliteit van de groei. Denk dan aan de maatschappelijke waarde die een bedrijf bijdraagt in de gemeente en de kwaliteit van de banen die een bedrijf biedt. De gemeente wil dan specifiek kijken naar zaken als duurzaamheid, circulariteit en vergroening, innovatie, aantrekkelijk werkgeverschap en sociaal maatschappelijke verbondenheid. Met het inzetten op kwaliteit boven kwantiteit slaat de gemeente duidelijk een nieuwe weg in. De koers is straks de meetlat waarlangs alle economische beleidskeuzes zullen worden getoetst.
De aanpak
Goede plannen staan of vallen met de uitvoering. Daarombevat de Economische Koers ook een zogenaamd uitvoeringsprogramma. Hierin staat beschreven hoe de gemeente de plannen in de praktijk gaat brengen. Het uitvoeringsprogramma is in twee delen opgeknipt: de korte tot middellange termijn (2023 tot en met 2026) en de langere termijn (tot en met 2030). Het uitvoeringsprogramma is een werk in uitvoering. Tijdens de uitvoering kan het dus zijn dat een en ander nog wordt aangepast of aangevuld.
Wethouder Marja Ruigrok van Economische Zaken:
“Er zijn drie zaken in het uitvoeringsprogramma die we in de komende twee jaar zeker moeten gaan oppakken. Het verbeteren van het ondernemersplein, wat ook een expliciete wens van de gemeenteraad en onze ondernemers is. Zorgen dat het lokale bedrijfsleven goed wordt bediend en dat we die tegemoetkomen door onder andere het bieden van ruimte voor werk. En meer betrekken van (nieuwe) bedrijven bij de Haarlemmermeerse maatschappij. Denk dan aan het sponsoren van lokale sportclubs of goede doelen of bijdragen aan het planten van bomen‘’.
Vervolg
Voor het uitvoeren van de plannen zijn extra mensen nodig binnen de organisatie van de gemeente. Daarom vraagt het college van B&W aan de gemeenteraad om te investeren in extra capaciteit. De gemeenteraad zal nog voor de zomer over de koers stemmen.
Zie ook artikel in HC Nieuws
Haarlemmermeer ambieert structurele plek in top 5 economisch sterke gemeenten
Het college van burgemeester en wethouders wil dat Haarlemmermeer structureel tot de top 5 van economisch kwalitatieve gemeenten in Nederland gaat behoren. Deze ambitie heeft wethouder Marja Ruigrok dinsdag aan de gemeenteraad kenbaar gemaakt in een nieuw voorstel voor de economische koers van de gemeente, met de titel ‘van grijs groeien naar groen ontwikkelen’.
Het nieuwe stuk over de economische koers continueert de lijn die het college al eerder had ingezet. De gemeente wil vooral een plek worden waar plek is voor bedrijven in de wetenschap en gezondheid, duurzaamheid en een vestigingsplek voor Europese hoofdkantoren. “We hebben een mooi bedrijfsleven, een sterke logistieke sector maar willen ook een ander bedrijfsleven stimuleren,” aldus Marja Ruigrok.
Het is wel nog afwachten in hoeverre het de gemeente ook daadwerkelijk lukt om de samenstelling van de lokale economie te sturen. “Wij kunnen vooral activeren, faciliteren en motiveren,” erkent Ruigrok dan ook. Toch is er volgens haar wel degelijk voldoende wat de gemeente kan opnemen in een bestemmingsplan. Bedrijven waarvan momenteel echt een groot overschot is, zoals bijvoorbeeld datacenters, kunnen ook worden geweerd. Maar Ruigrok geeft wel aan dat als een bedrijf zich in Haarlemmermeer wil vestigen wat de gemeente eigenlijk liever niet zo hebben, en het past volledig binnen het bestemmingsplan, dat er geen andere mogelijkheid is dan de ondernemer toch met open armen verwelkomen.
Haarlemmermeer wil op verschillende punten inzetten om de gemeente voor ondernemers aantrekkelijker te maken. Zo moet het ondernemersplein van de gemeente worden verbeterd. Ook hoopt Ruigrok bedrijven voortaan nauwer te betrekken bij de lokale projecten en opgave in Haarlemmermeer. Momenteel ziet Ruigrok dat veel bedrijven nog vooral op Amsterdam gericht zijn. “Waarom planten jullie geen bomen in PARK21? Waarom investeren jullie niet in de lokale sportvereniging?” vraagt ze zich af.